IMG_6918

Patriarchale boodschap voor het Heilige Pascha – Protocol nr. 270 

B A R T H O L O M E O S
DOOR DE GENADE GODS AARTSBISSCHOP VAN
CONSTANTINOPEL, HET NIEUWE ROME, EN OECUMENISCH PATRIARCH,
MOGE DE VREDE EN DE GENADE VAN DE GLORIERIJK VERREZEN CHRISTUS

MET HET GEHELE PLEROMA VAN DE KERK ZIJN.

Eerbiedwaardige broeders en geliefde kinderen in de Heer,

IMG_6917Bij het bereiken van het Heilige Paasfeest en het delen van de vreugde van de Verrijzenis, zingen we voor de Heer van de heerlijkheid, die door zijn dood de dood overwon, en met Hem Adam, elke mens, deed opstaan, en de deuren van het paradijs voor ons opende.

De roemrijke opstanding van Christus is de verzekering dat niet de dood het leven van de wereld domineert, maar dat het de Heer is die de macht van de dood afschaft, de Heer die eerst bekend stond als niet-geïncarneerde Logos, later als het Woord dat, uit liefde voor de mensheid, voor ons vlees geworden is, stierf als mens en weer opstond op gezag van, en als God, en met glorie zal terugkeren om de goddelijke economie tot stand te brengen.

Als eenwaar gebeurd mysterie en vormt de Verrijzenis de kern van het kerkelijk leven. De stralende aanbidding, de heilige sacramenten, het leven van gebed, vasten en ascese, de pastorale dienst en het goede getuigenis in de wereld, dit alles ademt de geur van paasvreugde uit. Het leven van gelovigen in de Kerk is een dagelijks Pascha; het is een “vreugde van boven”, de “vreugde van de redding”, maar ook “redding als vreugde”.[1]

De diensten van de Heilige Week zijn dus niet somber, maar vervuld met de zegevierende kracht van de Verrijzenis. Ze onthullen dat het Kruis niet het laatste woord heeft in het plan van de redding van mens en wereld. Dit wordt reeds op Lazaruszaterdag aangekondigd. De opstanding uit de dood van de goede vriend van Christus is een voorbode van de “gemeenschappelijke opstanding”. Het opschrift “vandaag hangt aan het kruis” bereikt zijn hoogtepunt met de aanroeping: “toon ons uw heilige Opstanding”.

Voor het Epitafios zingen we: “Ik vier en verheerlijk uw passie, ik bezing uw Graflegging en uw Opstanding”. En tijdens de paasdienst verkondigen we hardop de ware betekenis van het Kruis: “Door het kruis kwam vreugde over de hele wereld”.

De “volmaakt heilige dag” van Pasen is de daggeraad van de “achtste dag”, het begin van “nieuwe schepping”, de ervaring van onze eigen opstanding, het grote “wonder van de redding”.[2] Het is de levende zekerheid dat de Heer voor ons gemarteld en gekruisigd werd, dat Hij voor ons uit de dood is opgestaan en ​​“voor ons de eeuwige opstanding en hemelvaart voor ons voorbereidt”.[3] Tijdens de hele paasperiode zingt de hymnologie met onvergelijkbare poëzie de antropologische betekenis van de roemrijke Opstanding van Christus, de overgang van de mens uit de gebondenheid naar ware vrijheid, “de opkomst, de opgang naar het Beloofde Land”[4]. Deze reddende vernieuwing in Christus vindt plaats in de Kerk als een verlengstuk van het ethos van de eucharistie in de wereld, als een ‘belijdenis van waarheid in liefde’, als samenwerking met God voor de transfiguratie van de wereld, zodat ze de volheid vertegenwoordigt van de laatste openbaring van goddelijke liefde in het koninkrijk van de uiteindelijke bestemming. Leven in de opgestane Christus betekent het Evangelie verkondigen “tot aan de uiteinden van de aarde”, naar het model van de apostelen; het betekent getuigen in daden van de neergedaalde Genade, en de hoop op de “nieuwe schepping”, waar “de dood niet langer zal bestaan; waar geen rouw, geen geween, geen smart meer zal zijn ”[5].

Geloof in de Verrijzenis van Christus en met Hem in onze opstanding doet niets af aan de pijnlijke aanwezigheid van dood, lijden en het kruis in het leven van de wereld. We onderdrukken de wrede realiteit niet; we beschermen onszelf psychologisch niet tegen de dood door het geloof. We weten echter dat het huidige leven niet het volledige leven is, dat we hier slechts “voorbijgangers” zijn; dat we thuishoren in Christus, en op weg zijn naar Zijn eeuwige rijk. De aanwezigheid van lijden en dood, hoe duidelijk ook, is niet de ultieme realiteit. Deze realiteit is de definitieve afschaffing van de dood. In het Koninkrijk van God is er geen lijden of dood, maar eindeloos leven. “Vóór uw eerbiedwaardige Kruisiging” – zingen we – “waren de mensen bang voor de dood; maar na uw glorieuze Passie was het de mens die werd gevreesd door de dood”[6].

Het geloof in Christus geeft kracht, uithoudingsvermogen en geduld om beproevingen te doorstaan. Christus is degene die “alle ziekten geneest en ons van de dood verlost”.[7] Hij heeft voor ons geleden, Hij heeft aan de mensen geopenbaard dat God “altijd voor ons is”, dat de waarheid van God in wezen in Zijn filantropie ligt. Die begeerlijke stem van de goddelijke liefde weerklinkt in de woorden: “wees maar gerust, vriend,” zoals Christus tegen de verlamde zegt,” en “wees maar gerust, mijn dochter,[8]” tegen de vrouw die aan vloeiingen leed, in de woorden “houd moed, ik heb de wereld overwonnen[9]” vóór de Passie en in de woorden “houd moed, Paulus[10]”, die Hij richtte aan de gevangengenomen en met de dood bedreigde apostel der Natiën.

De pandemie van het nieuwe coronavirus heeft aangetoond hoe kwetsbaar de mens is, hoe makkelijk hij in de ban raakt van angst en wanhoop, hoe zwak zijn kennis en zelfvertrouwen is, hoe verouderd het idee is van de dood als een levenseinde markerend feit, waarvoor het volstaat om de dood te vergeten of te onderdrukken om er mee te kunnen omgaan. Extreme situaties tonen aan dat de mens niet in staat zijn om zijn bestaan ​​stevig in handen te houden, wanneer ze geloven dat de dood de onoverwinnelijke realiteit is en de grens die niet kan worden overschreden.

Het is moeilijk voor ons om mens te blijven zonder de hoop op eeuwigheid. Deze hoop leeft in de harten van dokters, verzorgers, vrijwilligers, donateurs en al diegenen die hun lijdende broeders moedig helpen, in een geest van onbaatzuchtigheid en liefde. Zij ademen in deze crisis zonder voorgaande opstanding en hoop uit. Zij zijn de “barmhartige Samaritanen” die, met risico van hun leven, wonden helen door er olie en wijn in te gieten; zij zijn de hedendaagse “mannen van Cyrene” op de Golgotha ​​van de bedlegerige patiënten.

Met deze gedachten, eerbiedwaardige broeders en geliefde kinderen in de Heer, eren we de Naam – die boven elke naam staat – van de Verrezen Heer die leven brengt vanuit  zijn eigen licht en die alles met vreugde laat stralen door het licht van de Verrijzenis. We vragen de genezer van zielen en lichamen, de leverancier van leven en opstanding, in Zijn onuitsprekelijke menslievendheid, om ons waardig te maken en ons te belonen met het kostbare geschenk van de gezondheid, en om ons naar het juiste pad te leiden, zodat met de Goddelijk geschonken vrijheid in de wereld rekening gehouden wordt, als een voorafbeelding van de vervulling ervan in het hemelse koninkrijk van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest.

Christus is Verrezen!

Fanar, Heilig Pasen 2020

† Bartholomeos van Constantinopel

vurig voorbidder van u allen bij God

 

[1] Vader Alexander Schemann, Journal, ed. Akritas, Athene 2003, p. 223

[2] Gregorius van Nazianze, Homilie voor Pasen, ΒΕΠ 60, p. 202

[3] Gregorius Palamas, Over Hemelvaart, PG 151, 277

[4] Gregorius van Nazianze, op. cit. 191.

[5] Ap. 21: 4

[6] Vespers 27 september

[7] Dienst van de ziekenzalving

[8] Mt 9: 2 en 22

[9] Joh 16: 33

[10] Hand: 23: 11

©2015 Orthodoxe Parochie Brugge.
Top
Zoeken: