Het Heiligdom

068 kopie 2

  • In de absis in het Heiligdom: de Moeder Gods van het teken.

Op de muur van de absis, achteraan de het Heiligdom, wordt dikwijls de icoon van de Moeder Gods in gebed afgebeeld, vandaar haar naam in het westen van Moeder Gods orante (orante komt van het latijnse werkwoord dat bidden betekent). De Moeder Gods staat met opgeheven armen, sinds de christelijke oudheid is dit een houding van gebed. Zijn handen naar de hemel uitstrekken betekent God smeken, hem bidden.  Vers 2 van psalm 140, dat de vespers wordt gezongen, verklaart die houding.

“Dat mijn gebed opstijgt als wierrook voor u aangezicht”. “De opheffing mijner handen als een avondoffer”.

Abcis

Deze staat symbool voor de kerk. De Moeder Gods is afgebeeld in gebedshouding met haar twee armen opgeheven. Het Jezuskind wordt voorgesteld in een medaillon voor de schoot van zijn Moeder. Op mysterievolle wijze opgehangen schijnt het aan de wetten van de zwaartekracht te ontsnappen.

Het heelal kan de God niet omvatten die in de schoot van de Maagd vervat is. Men kan de toespeling op de passage bij de profeet Jesaja niet ontkennen: ‘Daarom zal de heer zelf u een teken geven; zie, de jonge maagd is zwanger, ze zal een zoon baren en ze zal Hem de naam Emmanuel geven’ (Jes.7,14), wat wil zeggen: ‘God is met ons’. Het gezicht van het Kind is dat van een volwassene met een groot voorhoofd vol wijsheid.

Bovenaan

De Moeder Gods van het teken

Waarom de ikoon van de Moeder Gods:

Onder de beelden der heiligen is er één, dat boven alle andere verheven is,dat van de Moeder Gods, “Verhevener dan de cherubijnen en onvergelijkelijk roemrijker dan de serafijnen”, zoals de liturgie van Johannes Chrysostomos haar noemt.

Er bestaat geen beeld dat de Kerk met meer liefde heeft gemaakt en dat de traditie in zoveel vormen heeft vermenigvuldigd. De kerk heeft dit gedaan, niet zozeeer uit vertedering voor dat zo innemende thema van een moeder en een kind, maar ze heeft dat gedaan omdat het kind God is.

Ezelstraat 85, interieur Orthodoxe kerk (OMD 2008)

De Moeder Gods Orante of Moeder Gods van het teken

De Moeder Gods, zo wordt zij genoemd op ikonen: “Theotokos”,”Bogorodica”, Zij die God ter wereld heeft gebracht”, naar de formulering van het concilie van efese in 431.

De Moeder Gods Orante of Moeder Gods van het teken ook wel de “biddende “genoemd:

De Moeder Gods Orante, is een hoofdtype van de Moeder Gods ikonen, waarin Maria wordt afgebeeld met gespreide armen en opgegeven handen, en klassieke bidhouding die al in de voorchristelijke tijd bekend was.

De orante is vooral veel toegepast, bijvoorbeeld in fresco of mozaiek. In een koepel of absis van een kerk. Het type vindt zijn oorsprong in de antieke bidhouding – het lichamelijk frontal openstellen voor de godheid. Al in de vroegchristelijke tijd werd de orante in de catacombenkunst afgebeeld. Kenmerkend voor orantetype zijn de opgegeven armen als teken van de voorspraak.

In biddende houding vraagt de Moeder Gods vergiffenis voor de mens aan god. De orante is de bemiddelaar tussen God en de mensen. Het orantetype heeft een diepzinnige inhoud. Op mystieke wijze vervult de Moeder Gods een rol die voorkomt uit de Theotokos-dogma. Door haar natuurlijke band met God is noch het Goddelijke, noch het menselijke haar vreemd. Zij is de verbinding tussen hemel en aarde.

Een paar belangrijke orantes zijn:

Platytera:

STP68441

Emmanuel in haar schoot

Is de Moeder Gods waarop Maria frontaal en ten halve lijve is afgebeeld in orante houding met Emmanuel in haar schoot.

De sleutel van deze voorstelling is te vinden in een Hymne aan de Moeder gods uit de Basiliosliturgie, waarvan de overeenkomstige passage is gecursiveerd.

“Over U gezegende, verheugen zich de ganse schepping, de engelenkoren en het menselijk geslacht. Gewijde temple en Paradijs van het Woord, maagdelijk roem, uit wie God vlees werd en een kind werd en een kind werd, Hij, onze voor eeuwig zijnde God; tot troon heeft hij uw schoot geschapen en uw moederlichaam groter gemaakt dan de hemel. Over u , gezegende verheugt zich de ganse schepping. Ere zij U!”

De betekenis van  platytera is (‘groter dan’).

Hoofdkenmerk van het Platytera type is Emmanuel in een rond schild ‘clipeus’) voor de borst van de moeder Gods of ook wel vrijzwevend zonder schild.

Het kind wordt voorgesteld in een medaillon voor de schoot van zijn Moeder, is het beeld van de pre-existentie (nog niet geboren) Christus. Op mysterievolle wijze opgehangen schijnt het aan de wetten van de zwaartekracht te ontsnappen. Het heelal kan de God niet omvatten die in de schoot van de Maagd vervat is.

3-3-2

Fresco’s geschreven door Yaroslav Dobrynine

Het gezicht van het Kind is dit van een volwassene met een groot voorhoofd vol wijsheid. Hij zegent met twee handen en de Maagd verheft haar armen in een gebaar van gebed en aanbidding.

Blachernitissa:

De benaming van deze Maria-icoon is ontleend aan de wijk Blacherne in Constantinopel . Deze lag aan de ‘ Gouden Hoorn’ in het noorden van de stad op een voor de verdedeging ‘neuralgisch’ punt. Hier werd in het midden van de 5de eeuw een kerk ter ere van de moeder Gods  ‘in Blacherne’ gesticht, wier afbeelding dienovereenkomstig ‘Blachernitissa’ heette.

De ‘Blachernitissa’ vertoont als type van de ‘Platytera’ dezelfde iconografie: de Moeder Gods houdt Emmanuel in een rond voorhaar borst.

Men kan de toespeling op de passage bij de profeet Jesaja niet ontkennen: Daarom zal de Heer zelf u een teken geven; zie, de jonge maagd is zwanger, ze zal een zoon baren en ze zal Hem de naam Emmanuel geven (Jes.7,14), wat wil zeggen: ‘God met ons’.

In het Russisch heet deze ‘Znamnje’

 

De kerkvaders onderaan de absis

Abscis onderaan

Daaronder zijn er enkele kerkvaders voorgesteld, waaronder de Heiligen Chrysotomos, Aartsbisschop van Konstantinopel, de Heilige Basilios de Grote, Aartsbisschop van Cesarea in Cappaodicië, de Heilige Gregorios de Theoloog, de Heilige Gregorios Dialogos, de Heilige Ignatius de Theofoor en de Heilige Nikolaas van Myra. Zij worden afgebeeld als liturgen, die de Goddelijke Liturgie met ons meevieren.

De Heilige Ignatios,
De Goddrager
Feest op 20 december

H- -Ignatios van Antiochie kopie

De Heilige Ignatios, De Goddrager

De heilige Ignatios de Goddrager was een leerling van de Apostel Johannes de Theoloog. Na de heilige Evodos was Ignatios 40 jaar bisschop van Antiochië. Hij is de eerste geweest die de antifonale zang (met twee elkaar afwisselende koren of zangers) heeft ingevoerd. Ignatios wordt Goddrager genoemd omdat hij als kind door Christus Zelf in Zijn armen gedragen was en omdat hij, sinds zijn bewust leven, de Heer in zijn hart droeg door ononderbroken gebed. Tijdens de vervolging van Domitiaan (81-96) had hij onvermoeibaar de gevangenen bijgestaan en moed ingesproken. Hij bleef zelf ongehinderd. Maar onder Trajanus, de volgende keizer, veranderde dit. Deze had in het begin de christenen met rust gelaten, maar toen zijn heerschappij gevestigd was, wilde hij het gehele rijk naar zijn hand zetten en begon hij de christenen uit te roeien als een hinderlijk element. Toen hij in 113 op doortocht naar Armenië zich in Antiochië deed gelden, werd Ignatios veroordeeld om geboeid naar Rome te gaan, om daar als voedsel voor de leeuwen te dienen, tot vermaak van het volk.

Onderweg schreef hij zijn zeven zendbrieven aan de oude christen­gemeenten. Het was een overgangstijd in de Kerk: de Apostelen waren de een na de andere gedood of gestorven. De Heer was nog niet teruggekeerd, al hadden de christenen daar met zulk een groot verlangen naar uitgezien. God had blijkbaar een ander plan. Er moest nu vorm gegeven worden aan de Kerk, die in kleine groepjes was verdeeld, terwijl het bindend element der Apostelen was weggevallen.

Ignatios was de eerste die er zich fel van bewust was dat het leergezag der Apostelen was overgegaan op de gezamenlijke bisschoppen. Naast de opwekkingen tot het christelijk leven vormt dit het grote thema van zijn brieven : De Kerk, de op aarde voortlevende Christus, dat is de gemeenschap der gelovigen die, verzameld rond de bisschop met de priesters en de diakens, samen de goddelijke Mysteriën viert, niet alleen in de Dienst maar in hun leven, door alle onenigheid en naijver uit te bannen, en samen te klinken als de harmonie van een harp. Hoe zwaar de reis hem ook gemaakt werd, beladen met boeien en onophoudelijk opgejaagd door een cohort soldaten, leek het soms een triomftocht : van alle kanten kwamen de christenen naar hem toe om afscheid te nemen van hun geliefde bisschop. Soms werd er zelfs een dreigende houding aangenomen, maar Ignatios kalmeerde de gemoederen en vroeg dringend dat ze zijn dood niet zouden verhinderen. “Sta mij toe een navolger te zijn van het lijden van mijn God… Laat mij maar voedsel zijn voor de wilde dieren want daardoor zal ik God vinden. Ik ben de tarwe van Christus, die gemalen wordt door de tanden der leeuwen, om een zuiver brood te zijn voor Christus”.

Ook in Rome was er een triomfantelijke ontvangst. De vervolging had opgehouden, maar het uitgesproken vonnis moest ten uitvoer worden gebracht en Ignatios wilde ook niet dat men pogingen deed om dat te veranderen. In het Grote Circus voltrok hij zijn laatste Liturgie, waarbij hij zelf het slachtoffer was. Een groep uitgehongerde leeuwen verslond hem tot slechts enkele grote beenderen restten. Deze werden door de gelovigen verzameld en plechtig naar Antiochië gebracht, terwijl ze onderweg vereerd werden alsof Ignatios zelf nog levend tegenwoordig was.

Kondakion

De lichtende dag van uw stralende strijd kondigt de goddelijke Geboorte aan. Want in dorstende liefde om aan Hem deel te hebben, hebt gij u gehaast om door wilde dieren te worden verslonden. Daarom wordt gij terecht Goddrager genoemd, roemrijke hiëromartelaar Ignatios.

De Heilige Nicolaas van Myra
De wonderdoener
Feestdag 6 december

H.Nikolaas van Myra

De Heilige Nicolaas van Myra

 De 6de december vieren we de gedachtenis van onze vader onder de Heiligen, Nikolaas, Aartsbisschop van Myra, de Wonderdoener.

De H. Nikolaas werd in de tweede helft van de derde eeuw geboren te Patara in Lycië. Hij werd priester gewijd door zijn oom die bisschop was. Toen zijn ouders gestorven waren, deelde hij zijn erfenis uit onder de armen. Hij legde zich toe op de nederigheid en wilde daarom alleen in het verborgen weldoen.

Toen hij medelijden had met een verarmde vader, die geen geld had om zijn dochters uit te huwelijken, wierp hij daar ‘s nachts een bundel geld door het raam naar binnen. Toen bleek dat de man dit geld inderdaad besteedde om zijn oudste dochter uit te huwelijken, wierp Nikolaas nogmaals geld door het venster. Toen de tijd voor de derde dochter gekomen was, hield de vader ‘s nachts de wacht en herkende de weldoener. Daardoor werd dit liefdewerk bekend.

Misschien heeft dit een rol gespeeld bij Nikolaas’ verkiezing door de omringende bisschoppen tot bisschop van Myra, rond het jaar 300.  Tijdens de vervolging onder Diokletiaan en Maximiliaan werd hij met andere christenen gevangen genomen, maar blijkbaar later weer vrijgelaten, want onder de regering van Konstantijn de Grote nam hij deel aan het eerste Oecumenische Concilie in 325. Hij stierf vijf jaar later.

Zijn relieken zijn tijdens de kruistochten weggevoerd naar Bari in Zuid-Italië, nu nog steeds een bedevaartsoord.

De H. Nikolaas is de patroon der zeelieden. Vaak is hij verschenen aan schepelingen die door zware stormen in nood verkeerden, waarna de zee tot kalmte kwam. Ook drenkelingen zijn zo door hem gered. Daardoor gehoorzaamde ook de kapitein van een vrachtschip met graan, toen de H. Nikolaas hem verscheen, en dirigeerde zijn schip naar Lycië, waar toen een zware hongersnood heerste.

Toen eens drie legeroversten door een corrupte generaal bij de koning van hoogverraad waren beschuldigd en ter dood veroordeeld, baden zij tot de God van de H. Nikolaas. Deze verscheen in een droom aan koning Konstantijn en dreigde hem met Gods straf als hij niet onmiddellijk de onschuldig veroordeelden vrijliet.

Door zijn heilige gebeden, God, ontferm U over ons en red ons. Amen.

Feesttroparion

Als een Regel van geloof en een voorbeeld van zachtmoedigheid heeft de waarheid uwer daden u aan uw kudde getoond. Daarom zijt gij door nederigheid groot en door armoede rijk geworden, Vader en Hogepriester Nikolaas. Bid Christus God, onze zielen te redden.

DE H. BASILIOS DE GROTE (330-379)

Feestdag 1 januari

De Heilige Basilios de Grote

De Heilige Basilios de Grote

Hij werd geboren in 330 in een adelijk en welstellend gezin met tien kinderen. Zijn moeder was de dochter van een martelaar. Drie kinderen werden bisschop, waaronder de H. Gregorios van Nyssa en hijzelf. Zijn oudere zuster was de H. Makrina.

Hij studeerde te Cesarea, te Konstantinopel en te Athene, waar hij als medestudent de H. Gregorios van Nazianze leerde kennen en ermede bevriend werd. Rond 356 trok hij naar Cesarea terug om in de “welsprekendheid”  zijn vader op te volgen. Doch vrij vlug gaf hij deze wereldse loopbaan op. Hij werd op 30-jarige leeftijd gedoopt. Hij bezocht de kluizenaars in Egypte, Syrië en Mesopotamië, en was diep onder de indruk van deze ascetische voorbeelden. Hij trok zichzelf terug als kluizenaar nabij Neacesarea. Sommigen volgden hem en vestigden zich bij hem. Zijn kluizenarij werd een eerste experiëntie van het kloosterleven, waarvoor hij een “regel”  schreef. Zo wordt hij de vader van het monachisme genoemd. De principes van deze “regel”  werden zelf als basis aanvaard door de H. Benedictus, vader van het Westers monachisme.

In 370 werd hij Aartsbisschop van Cesarea. Hij was bizonder actief in het stichten van monasteria, hospitalen en toevluchtshuizen voor armen. Hij was onvermoeibaar in de bestrijding van het Arianisme.

Eén van zijn belangrijkste werken is dit “Over de Heilige Geest”,  waarin hij de theologie van de Drieëenheid op kernachtige wijze nieuwe vorm gaf.

Van zijn hand kennen wij o.a. zijn “monastieke regelen”  en andere ascetische teksten, verschillende homeliën over de Genesis en andere Bijbelteksten, talrijke brieven en de diepspirituele teksten van de “Heilige Basiliosliturgie”,  d.i. van de Goddelijke Liturgie die naar zijn naam genoemd wordt en gecelebreerd wordt op de zondagen van de Grote Vasten en enkele grote feesten van het jaar. Zijn feest valt op 1 januari en wordt in de Orthodoxe Kerk zeer levendig gehouden.

Feesttroparion

Over de gehele aarde is uw roep uitgegaan toen zij uw woord aannam, waardoor gij het wezen der dingen hebt uitgelegd en de zeden der mensen schoner gemaakt. Koninklijke Priester, heilige Vader Basilios, bid tot Christus God om onze zielen te redden.

DE H. GREGORIOS VAN NAZIANZE (329-390),

ook de H. Gregorios de Theoloog genoemd.

H.Gregorios de Theoloog

De Heilige Gregorios de Theoloog

Gedachtenis van onze heilige vader Gregorios de Theoloog, bisschop van Nazianze, aartsbisschop van Constantinopel. Hij draagt de in de orthodoxe kerk buitengewoon zeldzame titel van Theoloog: naast hem worden alleen Johannes de Evangelist en de mystieke Simeon zo genoemd. Hij werd geboren in 329 te Nazianze als zoon van Gregorios die eveneens bisschop van Nazianze is geweest, en diens vrouw Nonna. Om zijn grote intelligentie werd alle moeite gedaan om hem een goede opleiding te bezorgen naast de godsdienstige opvoeding die hij van huis uit meekreeg. Hij studeerde bij de bekendste mannen van de wetenschap van die tijd, in Neo-Caesarea, Alexandrië en Athene. Daar ontstond een levenslange vriendschap met een medestudent, die later Basilios de Grote zou heten.
In deze tijd was het nog niet algemeen gebruikelijk om kinderen te dopen; misschien verklaart dat ook de ruime opzet van zijn studie bij heidense wijsgeren. Als volwassene met een gerijpt oordeel ontving hij de doop en zag als consequentie daarvan dat hij zich uit het openbare leven moest terugtrekken. Wel voelde hij een maatschappelijke verantwoordelijkheid en daarom ging hij terug naar zijn ouderlijk huis, om zijn vader, die intussen bisschop geworden was, in zijn werk bij te staan. Deze wijdde hem na enige jaren, tegen zijn uitdrukkelijke wens, tot priester om hem nog meer aan dit werk te binden, maar bereikte daardoor juist het tegenovergestelde: Gregorios gaf gehoor aan het steeds herhaalde verlangen van zijn vriend Basilios die reeds voor het monastieke leven gekozen had, en voegde zich bij hem in de eenzaamheid, hoewel hij tevoren in zijn brieven wel de spot gedreven had met de enthousiaste beschrijvingen die Basilios over de ligging van zijn kluis gegeven had.
Hun streven naar een volkomen teruggetrokken leven werd echter gebroken door het besef van de nood waarin de Kerk verkeerde door het opkomen van de grote christologische ketterijen. Zij voelden zich in geweten niet langer verantwoord zich zo afzijdig te houden: er was een crisis en elke beschikbare kracht moest ingezet worden. Basilios aanvaardde de strijd als aartsbisschop van Neo-Caesarea, en toen de kerkprovincie door de met de Arianen sympathiserende keizer werd aangetast wijdde hij Gregorios tot bisschop van het gehucht Sassima, om er een betrouwbare medestander bij te hebben. Het had voor Gregorios geen zin zich daar te vestigen en hij bleef in Nazianze als hulp voor zijn vader. Toen de nood daar niet meer dringend was, trok hij weer naar een klooster, maar toen de orthodoxe gemeente van Constantinopel in haar nood een dringend beroep op hem deed, nam hij de leiding op zich in de hoofdstad van het rijk. AI spoedig trok hij algemeen de aandacht door zijn groot redenaarstalent en de waarachtigheid van zijn prediking. Ook vele ariaansgezinden kwamen naar hem luisteren en dat wekte de woede op van zijn tegenstanders, die vergeefs allerlei acties tegen hem ondernamen. Twee jaar later, in 381, werd in Constantinopel een grote synode bijeengeroepen om een einde te maken aan de nog steeds voortdurende ariaanse twisten en andere onzekerheden. Deze synode zou later bekend staan als het tweede oecumenische concilie, waar ook de geloofsbeIijdenis in de huidige vorm werd vastgelegd. Tijdens de zitting stierf de voorzitter en Gregorios werd in zijn plaats benoemd. Verschillende bisschoppen verzetten zich tegen deze benoeming, en toen verzocht Gregorios dringend om van zijn post als aartsbisschop van de hoofdstad ontheven te worden. Hij trok zich in Nazianze terug om de rest van zijn leven te wijden aan studie en contemplatie, terwijl hij de kerkelijke strijd slechts per correspondentie voortzette.
Zijn preken en geschriften toonden zulk een diep en wezenlijk doordringen van zijn geest in de mysteriën van het geloof over de Persoon van Christus, en over wat wij kunnen weten over het Wezen van de goddelijke Drie-eenheid, dat hem spontaan de titel Theoloog (Godskenner) werd gegeven. Gregorios is tien jaar ouder geworden dan Basilios; hij stierf op de leeftijd van zestig jaar, in 389.

Hij  was één van de leiders in de strijd tegen het Arianisme dat zijn hoogtepunt kende bij het Tweede Oecumenisch Concilie. Met zijn “Vijf Theologische Boeken”, die in die jaren verschenen, kreeg hij de welverdiende naam van “Theoloog”.  In de Orthodoxe Kerk kregen slechts drie Heiligen de naam “Theoloog”,  namelijk de Heilige Apostel en Evangelist Johannes, de Heilige Gregorios de Theoloog, en de Heilige Symeon de nieuwe Theoloog (= 1020). Samen met de H. Basilios de Grote en de H. Gregorios van Nyssa, is hij één van de drie “Cappadociërs”.

Zijn feest valt op 25 en 20 januari.

DE H. GREGORIOS Dialogos
Paus van het oude Rome
Feestdag 12 maart

H.Gregorios Dialogos

De Heilige Gregorios Dialogos

 De heilige Gregorius de Grote, paus van het oude Rome, geboren in 540, stamde uit een beroemd senatorengeslacht. Hij was een jongeman van bijzondere geestkracht en werd aangesteld tot praetor van Rome in een bijzonder moeilijke tijd door de voortdurende invallen der barbaren, met onvoldoende steun vanuit Byzantium. Hij won de harten van het volk door zijn manier van optreden en voerde een grote staat.
Zijn hart zocht echter naar meer wezenlijke dingen. Hij sloot vriendschap met een aantal leerlingen van de heilige Benedictus, en tenslotte besloot hij gehoor te geven aan die innerlijke roepstem. Hij verbrak alle wereldse banden, besteedde zijn rijkdom aan de bouw van zes kloosters op Sicilië, richtte zijn paleis ook in als een klooster, toegewijd aan de heilige Andreas, voerde daar de benedictijnse Regel in en werd daar zelf monnik. De rest van zijn bezittingen maakte hij te gelde en hij schonk de opbrengst aan de armen, in 575. En het volk van Rome, dat de jonge patriciër door de straten had zien gaan gekleed in kleurige zijde en omhangen met juwelen, zag nu vol bewondering hoe hij in een armoedige pij de bedelaars bediende in het hospitium dat hij had ingericht in het poortgebouw van zijn vaderlijk huis.
Nu hij eenmaal monnik was geworden, wilde hij dat ook volkomen zijn en hij volgde zo strikt mogelijk de ascese die door de Regel werd toegestaan. Verder legde hij zich met vuur toe op de studie van de Heilige Schrift. Daarbij vastte hij zo streng dat hij zijn gezondheid ruïneerde, zodat hij verplicht was zachte spijzen te gebruiken en tot zijn grote schaamte ook de vasten van de Paasnacht niet kon houden, wanneer zelfs de kinderen ongespijzigd blijven. Door deze zwakke gezondheid werd hij heel de rest van zijn leven gekweld.
Paus Benedictus I haalde hem al na twee jaar uit het klooster en stelde hem aan tot kardinaal-diaken, belast met een van de zeven departementen van Rome. De volgende paus, Pelagius II, zond hem aan het hoofd van een gezantschap naar Constantinopel. Hij kwam in de zes jaren dat hij daar verbleef in nauwe aanraking met de Griekse eredienst. Daar schreef hij over het boek Job de beroemde ‘Moralia’. In 585 kwam hij in Rome terug, en kon weer teruggetrokken leven in zijn klooster. In die tijd schreef hij zijn bekende ‘Dialogen’ met de levensbeschrijvingen van eigentijdse heiligen, onder andere van de heilige Benedictus.

Het einde van zijn kloostertijd werd aangekondigd door een kenmerkend voorval. Hij ontmoette op de markt een paar slavenkinderen wier blonde schoonheid hem in verrukking bracht. Zij waren afkomstig uit het land der Angelen. ‘Dat zijn geen Angelen’, zei Gregorius‚ ‘maar engelen’. Dat heidense land moest beslist voor Christus worden gewonnen. Hij organiseerde direct bij de paus dat daarheen een missie gezonden zou worden, en toen er geen missionarissen beschikbaar waren, bood hij zichzelf aan en regelde zijn vertrek. Hij was reeds vertrokken eer het verbaasde volk reageerde, maar toen werd de paus bestormd om Gregorius, zulk een onschatbare kracht voor Rome, terug te doen halen. Er werd dus een delegatie achter hem aan gezonden die hem na drie dagreizen inhaalde en hem dwong naar zijn klooster terug te keren.
In 590 stierf de paus aan de pest, die toen de bevolking van Rome decimeerde. Ogenblikkelijk werd Gregorius eenstemmig gekozen door volk, senaat en geestelijkheid, en al zijn protesten mochten niet baten. Zelfs zijn beroep op de keizer om deze verkiezing niet te bekrachtigen bleef zonder uitwerking. Toen vluchtte hij vermomd uit Rome, maar hij werd ontdekt en teruggebracht, en nu erkende hij de eenstemmigheid van zijn medeburgers als de uitdrukking van Gods wil en hij aanvaardde het ambt.
Hij organiseerde een grote boeteprocessie om Gods toorn af te wenden van de stad. Zij kwamen bij elkaar in zeven afdelingen uit de zeven statie-kerken van Rome, die elk een eigen afdeling verzorgden: geestelijkheid, monniken, monialen‚ kinderen, volk, weduwen en matrones, waarvan velen in het laatste stadium van de ziekte verkeerden. Tijdens de tocht stierven tachtig van de deelnemers, maar Gregorius liet het doorgaan en hij zag de verschijning van een engel op de Hadrianusheuvel, die het zwaard in de schede stak. Het beeld van deze engel werd later opgericht op het dak van het mausoleum dat daarom San Angelo heet.
De pest nam langzamerhand een einde, maar er moest het hoofd worden geboden aan telkens nieuw onheil, en Gregorius was een der meest geplaagde bisschoppen van Rome. Steeds zal hij treurig zijn dat hij vanuit de geestelijke rust van het klooster zich in zulk een levensgewoel moest storten. Italië werd verscheurd door de voortdurende oorlog tussen Constantinopel en de Longobarden‚ en de Griekse troepen richtte even grote verwoestingen aan als de barbaren. Gregorius wist na eindeloze pogingen een soort vrede te bewerkstelligen en Rome te vrijwaren voor de eeuwige plunderingen door woeste soldaten, maar het land bleef geteisterd door pest, honger en overstroming.
Als paus bleef hij trouw aan zijn liefde voor Engeland. In 590 zond hij de heilige Augustinus met 40 monniken, en hij opende daarmee een geheel nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de kerk van Engeland, waar hij als hun apostel werd geëerd. Hij opende ook voor Europa een nieuwe weg door de contacten die hij zocht met de Germaanse stammen in Frankrijk, waar de jonge stammen begonnen te ontwaken die het in verval geraakte Byzantijnse imperium zouden aflossen.
Gregorius organiseerde ook de kerkzang door het oprichten van een zangacademie, die het voorbeeld werd voor vele zangscholen door heel Europa, waardoor de Latijnse zang zijn naam draagt: het Gregoriaans. En toen hij in de laatste jaren van zijn leven zozeer gemarteld werd door de jicht dat hij het kamertje waarin hij leefde niet meer kon verlaten, liet hij de koorzangers bij zich komen omdat hij zijn lessen niet wilde staken. In een brief aan de patriarch van Alexandrië schreef hij: ‘Al bijna twee jaar ben ik aan mijn bed gekluisterd door zulke pijnlijke jichtaanvallen, dat ik op de grote feestdagen nauwelijks een paar uur kan opstaan voor de plechtige dienst, en dan direct weer moet gaan liggen om het niet uit te schreeuwen van de pijn. De ziekte laat niet van me af en is evenmin in staat me te doden; ik smeek uwe heiligheid voor mij te bidden dat ik spoedig bevrijd mag worden om de glorievolle vrijheid te ontvangen van de kinderen Gods’.
Tot in zijn laatste dagen dicteerde hij zijn omvangrijke correspondentie inzake de aangelegenheden van de kerk. Bijna in volle activiteit is hij gestorven in 604, nog net geen 55 jaar oud, in het 13e jaar van zijn pontificaat. Zijn opvolger maakte een einde aan de vrijgevige schenkingen die Gregorius altijd voor de verzorging van de armen had gedaan, onder het voorwendsel dat de schatkist leeg was. Het volk liep nu te hoop tegen zijn overleden weldoener, beschuldigde hem van het verkwisten van de kerkelijke eigendommen en begon al zijn geschriften te verbranden om zijn gedachtenis uit te wissen.
Petrus, de diaken en persoonlijke vriend van Gregorius (die we steeds in de Dialogen ontmoeten), wist dit met uiterste moeite te verhinderen, maar dit had hem zo ingespannen dat hij bij het einde van zijn redevoering ook zijn laatste adem uitblies. Om zijn trouwe vriendschap wordt hij samen met Gregorius op deze dag herdacht.
Om nog eens samen te vatten wat Gregorius in zijn korte leven tot stand bracht: hervorming van de geestelijkheid, verbetering van de liturgische boeken, organisatie van het zangonderricht, weldadigheid voor armen, kerken en kloosters, vluchtelingenhulp in de Longobarden-oorlogen, en zijn geschriften: Dialogen over het leven der contemporaine heiligen, de Regula Pastoris over het priesterambt, preken en commentaren over de Evangelies en de Profeten, en een uitgebreide correspondentie.

DE H. JOHANNES CHRYSOSTOMOS (344-407)
Feestdag 13 november

Heilige Johannes Chrysostomos van Constantinopel

Heilige Johannes Chrysostomos Aartsbisschop van Constantinopel

Hij werd geboren uit christelijke ouders in Antiochië en kreeg een degelijke religieuse opvoeding. Na zijn studies werd hij voor korte tijd advocaat. Spoedig voelde hij zich aangetrokken tot het monastieke leven. Hij verbleef twee jaar in een grot in de woestijn en verdiepte zich in de Heilige Schrift.

Eens priester gewijd kwamen velen hem opzoeken om zijn uitzonderlijke welsprekendheid in de verkondiging van het woord Gods te aanhoren. Zo kreeg hij algauw de bijnaam “Gouden mond”  of in het Grieks “Chrysostomos”.  In 398 werd hij Aartsbisschop van Constantino­pel, waar hij zich verder inzette als een onvermoeibare prediker van de Orthodoxie, soms heel gedurfd. Hij aarzelde niet van de fouten en gebreken van de hoopgeplaatsten aan de kaak te stellen, hetgeen hem in ongenade bracht bij de Keizer. Hij had vooral de luxe en wereldse pracht aangeklaagd, en diepe sociale hervormingen voorgehouden. In zijn eigen bisschoppelijke residentie verwierp hij weldra ieder somptueus vertoon. Zelfs als bisschop wou hij de eenvoudige monnik blijven. Hij richtte hospitalen en toevluchtshuizen in.

In ongenade gevallen bij de Keizer werd hij tot tweemaal toe verbannen. Slechts voor korte tijd werd hij tussenin teruggeroepen. Hij stierf op 14 september 407 tijdens zijn tweede ballingschap. Uit deze periode dateren zijn meeste brieven, die ons als “geestelijk erfgoed”  zijn overgebleven. Er zijn er 236. In die brieven zocht hij meer zelf te troosten dan getroost te worden. Hij schreef 17 brieven aan Olympios, de langste en de hartelijkste.

Het grootste deel van de van hem bewaarde geschriften zijn predikingen over de H. Schrift, vooral over de Brieven van de H. Apostel Paulus. Andere werken van hem handelen over “Het Priesterschap”,  het ascetisch en monastiek leven, en over bepaalde heiligen en grote feestdagen. Zijn feestdag valt op 13 november en op 27 en 30 Januari.

Feest Troparion: 

De lieflijkheid van uw mond, stralend als een vlam, heeft de aarde verlicht. Aan de wereld heeft zij geschonken schatten van onbaatzuchtigheid, en ons getoond de verhevenheid van de deemoed. Ons lerende door uw woorden, Vader Johannes Chrysostomos, bid ook tot Christus God, het Woord, om redding te schenken aan onze zielen.

Links naast de absis

Prothesis

Is de plaats achter de noordelijke deur van de iconostasis (links van de absis en van het altaar) waar de offergaven (brood en wijn) voor de Goddelijke Liturgie worden bewaard en voorbereid.

“Jezus Christus–bruidegom de lijdende.”

  1. Het is de Akra Tapinosis, het Summum der nederigheid. Met het gebogen hoofd, met de wonden in handen en hartstreek komt de zoon des Mensen tot aan zijn zij boven het graf uit.

De menselijkheid van Christus wordt bevestigd in zijn volheid. Smart verheft zich tot de mystiek. De kelk neemt de plaats van het graf in. Het hoofd nog steeds gebogen, heft Christus de hand om op zijn doorboorde zijde te wijzen. Een straal bloed vloeit over zijn naakte tors.

  1. GregoireVerbeke-3

    De Kersticoon

    De meest voorkomende icoon bij de prothesis is eigenlijk de Kersticoon. De icoon van de geboorte van Christus draagt in feite al het offer en de dood van Jezus Christus in zich. De zwarte grot als graf met daarin de doodskist en het kind Jezus gewikkeld in linnen doeken als een lijkwade.

Het offer van Jezus Christus refereert naar het offeren van het lam in de tempel. Het lam als offergave dat in 4 stukken gesneden werd. De orthodoxie kent geen afbeelding van het Lam Gods (bij mijn weten toch niet). Maar de bijbel spreekt wel over het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt. Dit refereert dan weer naar het LAM bij de proskomedie, dat met de lans( het liturgisch mes) uit de prosphora gesneden wordt. Het lam met de kruisvormige stempel (kruisdood) wordt doorprikt (zoals de zijde van Jezus Christus) en in 4 gedeeld met de lans. Dit stelt Golgotha reëel.

Dit offer stelt ons in staat ook de icoon “Erbarm u over Mij O Moeder” te gebruiken in plaats van de Kersticoon.

Deze icoon drukt uit dat extreme nederigheid de weg is naar het Heil.

Deze icoon drukt een rustige, serene Jezus Christus af, staand in zijn graf. Achter Hem het kruis waaraan Hij reeds gekruisigd werd, en meestal ook achter Jezus Christus, zijn Moeder, die Hem op een liefdevolle en haar en Zijn lot aanvaardende manier, omarmt. Zijn handen houdt Hij gekruist voor zich, alsof ze gebonden zijn. Maar er is geen touw te zien die ze vastbind, dit is een  teken van zijn vrijwillige overgave. Zijn ogen zijn gesloten. Soms zijn er nog andere tekenen van Zijn lijden te zien, zoals: de spons waarmee zure wijn aangeboden werd toen Hij zei:”Ik heb dorst” (Joh. 19,28). De speer waarmee Zijn zijde doorboord werd, en waaruit water en bloed vloeide dat aantoonde dat Hij werkelijk dood was.

Christus de lijdende

Christus de lijdende

In Zijn laatste uur toonde Jezus Christus  op verschillende manieren Zijn extreme nederigheid. Maar deed dit toonde Hij meestal door Zijn stilzwijgen. Zijn stilzwijgen was een echo van de profetie van Jesaja waarin hij zegt:”Hij werd gefolterd en diep vernederd, maar hij heeft zijn mond niet geopend, zoals een lam dat naar de slachtbank wordt geleid. Zoals een schaap dat stom is voor zijn scheerders, heeft hij zijn mond niet geopend”. Achter het symbool van het Lam zit een hele wereld van beelden en verhalen: over de lijdende knecht van God, het bevrijdende paaslam, het zegevierende lam waardoor het kwaad definitief wordt overwonnen. Jezus Christus, aanvaard Zijn geseling, kruisiging en dood. In bijna totale stilte, met niet aflatend geloof en vertrouwen in de Liefde en de wil van de Vader.

Zijn nederigheid, zijn aanvaarding op het kruis, net zoals zoveel momenten uit zijn leven, zijn een levend bewijs dat Hij het vlees geworden Woord van God is, de Logos. Als iemand je op de wang slaat, bied dan je andere wang aan. Als iemand je kleed neemt bied hem dan ook je mantel aan. Dit alles staat beschreven in de bijbel en wordt voltrokken in het lijdensverhaal. De zware reis naar Golgotha, is niet alleen het aanbieden van de andere wang, maar van zijn hele lichaam, niet alleen om het te laten geselen, maar voor de dood, die onze redding is.

Dit is extreme bescheidenheid, nederigheid.
Dit is de koninklijke weg naar het heil. Door de kracht van het kostbare en levengevende Kruis, door de dood en de Opstanding van Jezus Christus, zijn wij uitgenodigd op deze heilige weg, de weg naar genezing, heelheid, heling, heil.

De icoon heeft geen aandacht voor het “zelf presteren”, het gaat hier niet om “Ik heb het goed gedaan”. Maar het drukt wel uit dat alle goeds van God komt. Zelfs Basilius de Grote zegt in zijn Liturgie: “niet wij hebben iets goeds gedaan op de aarde”

Christenen moeten ook het leven leiden van extreme nederigheid. Getuigen daarvoor zijn de talloze heiligen en martelaren doorheen de eeuwen heen. (zie 9 deeltjes op de diskos voor de martelaren, kerkvaders, apostelen…) JChr kwam in de wereld om de zondaars te redden. In de brief van Paulus aan Timoteus kan men dit lezen: “Dit woord is betrouwbaar en verdient volledige instemming: Christus Jezus is in de wereld gekomen om zondaars te redden. En de eerste van hen ben ik”. Tim1,15

Ware nederigheid zegt: Ik ben niet waardig. De heiligen leren ons in feite, dat het beter is de vruchten van de Geest, proberen te bereiken of te verwerven (liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, liefde ) dan de gave van de Geest te bereiken,omdat het eerste bijdraagt tot nederigheid en heiligheid, terwijl het laatste vaak leidt tot spirituele trots, de meest gevaarlijke van alle zonden.

De koninklijke weg naar verlossing is deze: ontken uzelf, neem uw kruis op en volg Mij, dit zegt Jezus Christus. De ontkenning zelf is niet voor het eigen doel, het eigen heil, maar alleen om de wil van God, die Liefde is. Het kruis is niet het mijne, maar mijn vereniging met de lasten, de vernederingen en de strijd op het kruis van Christus. Hij die dood en zonde heeft vertreden, en de ketens die ons binden heeft verbroken. En Christus te volgen in de ruimste zin van het woord, is om op te staan, zelfs in het aangezicht van de grootste vervolgingen en martelingen, in stilte, vertrouwen in de kracht en macht, in de barmhartigheid en in de rechtvaardigheid van God, in extreme bescheidenheid, in extreme nederigheid.

En de Moeder Gods staat achter Jezus Christus in volle aanvaarding, in totale nederigheid zoals zij ook reeds uitgedrukt had bij de annunciatie toen Maria zei: “Ik ben de dienares van de Heer, laat met mij gebeuren wat u gezegd hebt”. Luc 1, 38

Dit alles offeren wij voor de Levende, Zegevierende Kerk

 

Rechts naast de absis

 Diaconicon

(komt uit grieks betekent dienaarruimte)

Ruimte rechts naast de absis waar de liturgische gewaden worden bewaard.

Twee Heiligen Laurentios en de Heilige Stefaan diakens

Heilige Laurentios
Feestdag 10 augustus

DSC_0081

Twee Heiligen Laurentios en de Heilige Stefaan diakens

De heilige Laurentius‚ de diaken van paus Sixtus. Toen deze op weg was naar het executieveld, tijdens de vervolging van Valeriaan, kon Laurentius, die zich onder de samengestroomde menigte bevond, zijn tranen niet bedwingen en hij riep hem toe: “Waarom laat ge mij achter, heilige Vader”? Gij behoort toch niet het offer op te dragen zonder uw diaken?” Sixtus wendde zich tot hem met de woorden: “Mijn zoon, over drie dagen zul je me volgen”. Men had vastgesteld dat Laurentius de schatbewaarder was van de kerk. Hij werd daarom gearresteerd met de opdracht het kerkbezit in te leveren. Laurentius vroeg een dag tijd om alles bijeen te brengen. Heel de nacht trok hij door de armste wijken van de stad om al wat in de kerk aanwezig was aan de behoeftigen uit te delen, en ‘s morgens verscheen hij voor het gerecht, gevolgd door een hele stoet van armen, kreupelen en blinden. “Ziedaar de schatten van de kerk”, zei hij.

Hij werd tot een gruwelijke dood veroordeeld: levend geroosterd te worden boven een klein vuur. Hij werd vastgebonden op het gloeiende rooster en leed zonder een enkele klacht te uiten. Integendeel, zijn gelaat straalde als dat van een engel, in innerlijke vreugde. Hij wist zelfs spottend tegen zijn beulen te zeggen:
“Keer me maar om, deze kant is gaar”.

Zo stierf hij op deze dag in het jaar 258. Hij werd begraven in de zandgroeve aan de Via Tiburtia, op het landgoed van de weduwe Cyriaca, naast de lichamen van de heilige Hippolytus en de priester Justinus. Zijn gedachtenis werd al spoedig gevierd in alle delen van de Kerk als van de beroemdste Romeinse martelaar.

Met hem wordt herdacht de gevangenbewaarder Hippolytus, die door de moed waarmee Laurentius de martelingen verduurd had, tot het inzicht van de waarheid was gekomen, en daarom eveneens ter dood was gebracht.

Zijn naamdag wordt gevierd op de datum van zijn vermoedelijke sterfdag, 10 augustus.

Heilige Stefaan
Aartsdiaken
Feestdag 27 december

 Stefan is oorspronkelijk een Griekse voornaam. De naam Stefan komt oorspronkelijk van het woord Στέφανος (Stephanos) dat kroon of krans betekent.

De heilige Stefanos, aartsdiaken en proto-martelaar. Hij was de oudste van de 7 diakens die door de apostelen waren aangesteld voor de armenzorg, maar het duurde niet lang of zij begonnen zelf ook het geloof te verkondigen. Om het succes van zijn prediking maakte vooral Stefanos zich gehaat bij de joodse ijveraars, aangevoerd door Saulos. Deze sleepte Stefanos voor de Hoge Raad en daar werd hij veroordeeld om gestenigd te worden. Zijn dood werd de aanleiding tot de bekering van Saulos, de toekomstige apostel der heidenen: op deze wijze kreeg Stefanos‚ sterven een veel grotere betekenis voor het nieuwe geloot dan zijn eigen prediking had teweeg gebracht.

Reeds in de apostolische constituties (eind 2e eeuw) wordt melding gemaakt van het feest van de heilige Stefanos. maar nog niet van de Geboorte van Christus. Ruim honderd jaar later legt de heilige Gregorios van Nyssa een rechtstreeks verband tussen deze twee feesten en spreekt daarover in woorden die nu nog in het officie van deze dag worden gebruikt. Het martelaarschap van de heilige Stefanos staat prachtig beschreven in de handelingen der apostelen‚ en daar wordt ook het verband gelegd met de bekering van de heilige Paulos.

GregoireVerbeke-18

Het Heiligdom