Patriarch Bartolomeos heeft aangekondigd dat dit jaar, 2012, het Heilig Chrisma opnieuw geconsacreerd zal worden op Heilige Vrijdag in het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel. Het Heilig Chrisma wordt geconsacreerd door de Oecumenische Patriarch om te gebruiken in heilige kerken voor de celebratie van het sacrament der Heilige Zalving. Het Heilig Chrisma is dus een band die alle Orthodoxe Christenen over heel de wereld verenigt.

Het Orthodoxe publiek is spijtig genoeg niet algemeen op de hoogte van de betekenis, geschiedenis en voorbereiding van het Heilig Chrisma. Daarom vond ik het nuttig om het informatieve pamflet te vertalen over het Heilig Myron zodat die informatie kan verspreid worden onder de orthodoxen. Het pamflet werd opgesteld door Pavlos Menesoglou in het Grieks (Athene, Apostolisch Diaconaat 1992) en de pagina’s 13 tot 19 uit zijn boek, “Het Heilig Chrisma in de Oosterse Orthodoxe Kerk”, (Thessaloniki: Patriarchaal Instituut voor Studies de Vaderen, 1972), vormen het materiaal voor dit artikel. Dit boek bevat ook een uitgebreide bibliografie.

Vader George C. Papademitriou

 De Wijding van het Heilig Myron

Z.A. de Oecumenische Patriarch Bartholomeos bij de wijding van de Heilige Myron

In de Orthodoxe Kerk, wordt het Heilig Myron gewijd om het sacrament van de zalving te vieren. Het is een zichtbaar teken van de overdracht van de gaven van de Heilige Geest naar hen die gedoopt werden.

Tijdens de beginjaren van het christendom, werd de overdracht van de gaven van de Heilige Geest aan de dopelingen volbracht door de Apostelen door “handoplegging”. In het Evangelie lezen wij het volgende: “Toen de Apostelen in Jeruzalem vernamen dat Samara het woord Gods had aangenomen, vaardigden zij Petrus en Johannes naar hen af, die na hun aankomst een gebed over hen uitspraken, opdat zij de heilige Geest zouden ontvangen. Deze was namelijk nog op niemand van hen neergedaald; ze waren alleen gedoopt in de naam van de Heer Jezus. Zij legden hun dus de handen op en ze ontvingen de heilige Geest.” (Hand. 8, 14-17)

Toen de Kerk zich verspreidde over heel de wereld en het aantal dopelingen enorm toegenomen was, was het niet meer mogelijk te handelen zoals in Samara. Daarom introduceerden de Apostelen het gebruik van het gewijde Myron. Het Heilig Chrisma werd gewijd door de Apostelen en later door de bisschoppen als opvolgers van de Apostelen. De “handoplegging” werd volledig vervangen door het Heilig Chrisma om de gaven van de Heilige Geest te laten neerdalen.

Het gebruik van het Heilig Chrisma werd in de Kerk overgenomen van een bestaand gebruik uit het Oude Testament. Daarin lezen wij dat de Heer zei tot Mozes: “Neem de fijnste geurige kruiden, vijfhonderd sikkel mirre, en half zoveel zoetgeurende kaneel, tweehonderdvijftig sikkel kalmus, vijfhonderd sikkel laurier, volgens heilig gewicht en een hin olijfolie. Bereid daarvan heilige zalfolie, een geurig mengsel, zoals ook een reukwerker dat maakt; het zal heilige zalfolie zijn.” (Exodus 30, 22-25)

Tijdens de jaren van zijn bestaan, werd het Heilig Chrisma bekend onder namen als “olie”, “olie van dankbetuiging”, “zalfolie”, “Chrisma”, “Chrisma van dankzegging”, “Chrisma des Hemels”, “mystiek Chrisma”, “mirre”, “goddelijke mirre”, “mystieke mirre”, “grote mirre” en “grote en heilige mirre”. Vandaag worden meestal de termen “Heilige Mirre” of “Heilig Chrisma” gebruikt.

Het Heilig Chrisma wordt gemaakt met olie en een aromatisch essence en symboliseert de verscheidenheid aan gaven van de Heilige Geest die de gezalfde christen ontvangt. De oudste lijst van ingrediënten naast de informatie uit de Bijbel over de materialen van de mirre, die vandaag nog steeds gebruikt worden, dateert uit de achtste eeuw. Deze lijst omvat de materialen voor de bereiding van het Heilig Chrisma. In het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel bevindt zich een officiële lijst van aromatische kruiden, waarmee het Heilig Chrisma gemaakt wordt. Het gaat om 57 soorten kruiden.

Er is geen informatie beschikbaar over hoe het Heilig Chrisma gewijd werd tijdens de eerste eeuwen van het christendom. De oudste verwijzing vinden wij in de Apostolische Traditie van Hippolytos.  Later werden instructies over de wijding van het Heilig Chrisma opgenomen in het Grote Gebedenboek (Μέγα Ευχολίον) en Goar’s Eucholion. Vandaag gebruikt Constantinopel deze onderrichtingen in de bereiding van het Heilig Chrisma. Tijdens de negentiende eeuw en in het begin van de twintigste eeuw, deed het Oecumenisch Patriarchaat een speciale inspanning om dit gebedenboek zorgvuldig aan te passen waar het de verordeningen en de dienst van de wijding van het Heilig Chrisma betreft. Deze diensten werden gepubliceerd in 1890, 1912 en 1960.

In overeenstemming met de verordeningen gevolgd door het Oecumenisch Patriarchaat, gebeurt de wijding van het Heilig Chrisma als volgt:

Na de doxologie, op Palmzondag, zegent de Patriarch de Bisschop van de Mirre, die, samen met de andere Bisschoppen, met hem samen werken om het Heilig Chrisma te maken. Zij dragen een witte tuniek die tot de grond reikt. Nadat hij de Bisschop van de Mirre gezegend heeft, legt de Patriarch een handdoek op hem.

De volgende dag, op de Heilige en Grote Maandag, na de Goddelijke Liturgie der Vooraf Gewijde Gaven, komt de Patriarch de Kerk van de Grote Mirre binnen, gewijd aan de Heilige Gregorius, waar een op passende wijze versierde sarcofaag en de waterkokers voor het Heilig Chrisma geplaatst zijn. Dan zegent de Patriarch de start van de cyclus der heiliging van het Heilig Chrisma met een speciale heilige dienst. Na de zegening, sprenkelt hij heilig water op de voorbereide materialen, de gebruiksvoorwerpen en de koperen waterkokers. Dan, met een brandende kaars in de hand, raakt hij elke waterkoker aan en legt er oude verkoolde deeltjes van iconen in. Daarna leest hij hoofdstukken uit het Evangelie. De lezing van deze perikopen uit het Nieuwe Testament worden verder gezet door de aanwezigen, hiërarchen, clerus van het Patriarchaat en bezoekende geestelijken. Deze lezingen gaan de hele dag door, niet alleen op Heilige Maandag, maar ook op Heilige Dinsdag en Heilige Woensdag.

Op de Heilige en Grote Donderdag, na de Goddelijke Liturgie, word een korte smeekcanon aan de Heilige Moeder Gods gezongen aan de heilige sarcofaag. Er wordt gebeden voor hen die voor de materialen zorgden, geld aanboden, of een inspanning leverden om het Heilig Chrisma voor te bereiden.

Op de Heilige en Grote Woensdag, na de dienst der Vooraf Gewijde Gaven, komt de Patriarch opnieuw naar de heilige sarcofaag en, na een korte dienst, plaatst hij in de waterkokers rozenolie aroma, en andere zoetgeurende olie. Op deze dag, zijn alle voorbereidingen om het Heilig Chrisma te maken voltooid.

Op de Heilige en Grote Donderdag, na de Metten (Orthros), begint aan de patriarchale kapel van de Heilige Andreas de processie, nadat de Patriarch evenals de andere hiërarchen met vol ornaat omkleed zijn. Deze processie gaat van het Patriarchaal Paleis naar de Patriarchale Kerk. Tijdens heel de processie worden bellen geluid en draagt de Patriarch de kleine houder met de mirre. De hiërarch met de hoogste rang draagt een albasten houder met het Vooraf Gewijde Chrisma. De tweede in rang draagt een albasten houder met ongewijde Chrisma. De andere hiërarchen dragen kleine zilveren vazen die Chrisma bevatten van de klaargemaakte materialen om te wijden. Vierentwintig archimandrieten (een aan elke kant) dragen twaalf zilveren reservoirs met het Chrisma dat moet gewijd worden. Tijdens de Goddelijke Liturgie, op het aangewezen ogenblik, na de uitroep “Moge de genade van onze Heer” roept de Aartsarchimandriet: “Laat ons aandachtig zijn!” De congregatie knielt en de Patriarch zegent het Heilig Chrisma volgens de regels. Op het einde van de Goddelijke Liturgie, wordt het Heilig Chrisma overgebracht van de kerk naar het centrum van de Patriarchale Mirre, in omgekeerd richting van de processie. Daar worden de albasten en andere houders met Heilig Chrisma bewaard. Na deze overbrenging wordt de Goddelijke Liturgie afgesloten.

Tijdens de eerste eeuwen van het christendom, bestond in de Kerk een vaste traditie waarbij het Heilig Chrisma alleen door de bisschop van de Kerk gezegend werd en niet door de priesters. In die tijd bestond er geen onderscheid in rang tussen de bisschoppen van diocesen, van een metropool of van grotere kerkelijke districten. Met de jaren echter, werd het recht van de bisschoppen om het Heilig Chrisma te zegenen beperkt tot de bisschoppen van kerken met een grotere status, namelijk de Patriarchen en later tot de Oecumenische Patriarch, die vandaag dit recht mag doorgeven aan de hoofden van de lokale Orthodoxe Kerken. Met andere woorden, ook al heeft elke bisschop door zijn status het recht het Heilig Chrisma te zegenen, toch wordt hem dit door het canonieke recht verboden. Dit recht om het Heilig Chrisma te zegenen werd om drie redenen beperkt tot de Oecumenische Patriarch. De schaarste van materialen en de moeilijkheid voor elke bisschop om het Heilig Chrisma voor te bereiden. De constante groei van afhankelijkheid van het diocees aan het hoofd van een grotere kerk en district. Tot slot de speciale positie die de Oecumenische Patriarch door de eeuwen ontving in relatie met de andere patriarchaten van het Oosten, de spirituele band uitdrukkend tussen de Kerken van Constantinopel en de lokale kerken van het volk die het christelijk geloof ontvingen van hun zendelingen.

Dit exclusieve recht van de Oecumenische Patriarch om het Heilig Chrisma te zegenen betekent niet dat de lokale kerken afhankelijk zijn van en ondergeschikt zijn aan Constantinopel. Dit ontvangen van het Heilig Chrisma van de Oecumenische Patriarch is een tastbaar en zichtbaar teken van vriendschap en van de band tussen lokale kerken, de patriarchaten en de zelfstandige kerken met het Oecumenisch Patriarchaat. Het is een noodzakelijk teken, geen teken van superioriteit van de Oecumenische Patriarch in de Orthodoxe Kerk, maar een daadwerkelijk zichtbaar teken van de eenheid tussen het netwerk van Orthodoxe Kerken. Toch wordt het Heilig Chrisma niet alleen gezegend in het Oecumenisch Patriarchaat, maar ook nog in de hedendaagse patriarchaten van Moskou, Belgrado en Boekarest.

Zoals eerder gezegd, wordt het Heilig Chrisma vooral gebruikt bij het sacrament van de Zalving, dat onmiddellijk na het sacrament van het Doopsel toegediend wordt. De Zalving is echter een afzonderlijk sacrament en maakt geen deel uit van het sacrament van het Doopsel. Volgens de Orthodoxe lezingen tijdens het toedienen van het sacrament van de Zalving, ontvangt de gedoopte gaven hem geschonken door de Heilige Geest. Deze gaven helpen de gedoopte een leven te lijden in Christus, waar hij deel van werd door het doopsel, en wapenen hem in zijn strijd tegen zonde en aanvallen van de boze. Door het Zegel van de Zalving, komt de gedoopte “tot de gehele omvang van de volheid van de Christus.” (Ef. 4, 13)

Het Heilig Chrisma wordt ook gebruikt om de niet-orthodoxen te zalven die de Kerk vervoegen, en hen die het Orthodox geloof afgevallen zijn maar tot de Orthodoxe Kerk terugkeren. Het wordt ook nog gebruikt om heilige kerken te zegenen, altaartafels, artikelen en gebruiksvoorwerpen, en ook voor andere heilige ceremoniële omstandigheden. In de voorbije eeuwen, werd het ook gebruikt om Orthodoxe Koningen te zalven tijdens hun kroning.

Hieronder een lijst van data en Patriarchen in de twintigste eeuw wanneer het Heilig Chrisma gezegend werd in het Oecumenisch Patriarchaat:

1903, Patriarch Joachim III
1912, Patriarch Joachim III
1928, Patriarch Basileios III
1939, Patriarch Benjamin I
1951, Patriarch Athenagoras I
1960, Patriarch Athenagoras I
1973, Patriarch Demetrios I
1983, Patriarch Demetrios I
1992, Patriarch Bartolomeos
2012, Patriarch Bartolomeos

De wijding van de Heilige Myron in het Oecumenisch Patriarchaat
door Z.A. de Oecumenische Patriarch Bartholomeos

Voor foto’s van de wijding van de Heilige Myron: Klik hier
Voor een film van de wijding van de Heilige Myron  : Klik hier

 

CategoryNieuwsberichten
©2015 Orthodoxe Parochie Brugge.
Top
Zoeken: