Bezoek van Z.A. de Oecumenische Patriarch Bartholomeos

aan het Europacollege

11 november 2019. Ik loopt haastig door de Brugse binnenstad. Het regent, het hagelt, het waait het is waterkoud. Dat natte hoedje kletst in je gezicht. De niet-toeristische straten liggen er leeg en grijs bij. Ha daar ligt het Europacollege: Droog, warm en gezellig. De zaal is nog praktisch leeg, maar weldra komen studenten uit alle hoeken van Europa in groepjes binnen met jeugdige uitbundigheid. Plots valt het gejoel in één klap stil. Onze Patriarch is aangekomen en begeeft zich naar de tribune. Mensen staan recht uit diepe eerbied.

DSC_1288 kopie

Een paar welkomswoorden o.a van de rector van het Europacollege en onze Patriarch is aan de beurt. Zoals altijd neemt Hij de tijd om belangrijke begrippen met eenvoudige woorden uit te leggen. Hij is er zich van bewust dat Zijn aanwezigheid bij dit jeugdig publiek wellicht vragen oproept. Zijn toespraak heeft meteen een wereldruim karakter. Eerst vermeld hij de kwalen van onze huidige maatschappij, o.a. het systematische beschadigen van de natuur, het negeren van de rechten van de mens en de diepe sociale kloof tussen armen en rijken. Hij heeft het over de kilte van Europa tegenover de vele vluchtelingen die uit  angst voor oorlogsgeweld of uit grenzeloze armoede naar onze landen vluchten en over het vervormde beeld dat de media over die situatie brengt.

Na deze kritische bemerkingen gaat hij over naar een vernieuwende, frisse en grondig andere boodschap, hij stelt vast dat het “postmoderne model waarin geloof en religie geen plaats meer hebben” nu plaats moeten maken voor een nieuw model waarin de religieuze werkelijkheid terug de volle ruimte mag hebben. Dit slaat voelbaar diep in.

Om te eindigen doet hij een warme oproep tot dialoog en verdraagzaamheid zowel tussen volkeren als ook tussen de Kerken en religies. De samenvatting van heel zijn betoog is te verwoorden als een uitnodiging om in elkaar de medemens te zien en het besef dat we allen kinderen zijn van één dezelfde Schepper. Het publieke antwoordde op deze oproep met een warm en langdurig applaus.

Conferentie van de Oecumenische Patriarch aan het Europacollege te Brugge

p

Zijne Alheiligheid Oecumenisch Patriarch Bartholomeos hield op maandag 11 november om 14.00 uur in het Europacollege te Brugge een conferentie getiteld “De rol van de Kerken in Europa”.


Zijne Alheiligheid, in België ter gelegenheid van de Gouden Jubileumvieringen van het Aartsbisdom van België, aanvaardde de uitnodiging om het Europacollege te bezoeken, met zijn aanwezigheid te eren en de studenten toe te spreken Het Europacollege is een instituut voor hogere studies dat in het bijzonder toekomstige leidinggevenden van de Europese instellingen voorbereidt.

De conferentie werd in het Engels gehouden, voor een grote groep studenten en andere geïnteresseerden in het onderwerp, net na een warme verwelkoming en lunch ter ere van de Patriarch op uitnodiging van de rector van het college.

49051938378_d49ab54b7c_b

In zijn toespraak verwees de Oecumenische Patriarch naar de transformaties van de huidige samenleving, de rollen van de Kerken, het belang van de dialoog tussen zowel godsdiensten als tussen de Kerken en de samenleving, en de moderne problemen van de mens, maar ook naar de noodzaak om waarden, zoals vrijheid en rechtvaardigheid, te handhaven in het licht van de hedendaagse uitdagingen.

49052430391_8ff84929b4_b

 

Uittreksel uit de conferentie van Zijn Alheiligheid

De Oecumenische Patrairch Bartholomeos:

Vandaag staan we voor een snel veranderende wereld, vol nieuwe uitdagingen en onvoorziene mogelijkheden voor ontwikkeling en vooruitgang. Wat is de vereiste houding van de christelijke kerken wanneer ze geconfronteerd worden met de hedendaagse uitdagingen? Hoe kunnen zij hun kostbaar geestelijk en moreel erfgoed, hun diepe antropologische kennis en hun filantropische tradities goed inztten? In de afgelopen decennia zijn we getuige geweest van een herwaardering van de rol van religie voor het menselijk bestaan. Het is geen toeval dat in onze huidige tijd de discussie over de komende “postreligieuze tijd” is vervangen door het discours van de “postseculiere periode”, waarin religies een prominente publieke rol claimen en spelen en zich aansluiten bij alle opmerkelijke inspanningen van de mensheid. Zoals Paus Emeritus Benedictus schrijft: “volledige seculariteit” (Profanität), “die in het Westen werd nagestreefd, is iets dat voor andere beschavingen van de wereld diep vreemd is. Deze beschavingen zijn ervan overtuigd dat een wereld zonder God geen toekomst heeft”.

Zowel op persoonlijk als op sociaal vlak blijft religie een centrale dimensie van het menselijk leven, Zonder verwijzing naar religie is het onmogelijk om het verleden te begrijpen, het heden te analyseren of zich de toekomst van de mensheid voor te stellen. Helaas geven de voortdurende uitbarsting van religieus fundamentalisme en de vreselijke gewelddaden in naam van God en religie de moderne ontkenners van religieuze geloofsargumenten argumenten tegen religies en ondersteunen ze de identificatie van religie met haar negatieve aspecten. De geloofwaardigheid van religies hangt in grote mate af van hun inzet voor de vrede, zoals die in ons land is weggelegd voor de moderne ontkenners van godsdienstige argumenten tegen de godsdiensten en de negatieve aspecten daarvan.

De dialoog is het meest doeltreffende middel om problemen aan te pakken en bevordert het vertrouwen en de wederzijdse aanvaarding. Het is als zodanig een gebaar van solidariteit en een bron van solidariteit. Nooit eerder in de geschiedenis hebben mensen de kans gehad om zoveel positieve veranderingen teweeg te brengen bij zoveel mensen en bij de wereldgemeenschap, eenvoudigweg door middel van ontmoetingen en dialoog. Hoewel het waar is dat dit een tijd van crisis is, moet ook worden benadrukt dat er nog nooit zo’n grote kans op communicatie en samenwerking is geweest. De mensheid wordt opgeroepen om te reageren en samen te handelen en als geheel te werken aan onze gemeenschappelijke aanwezigheid en toekomst. Niemand: noch een natie, noch een staat, noch wetenschap en technologie, noch een kerk of een religie – kan de huidige problemen alleen het hoofd bieden. We hebben elkaar nodig; we hebben gemeenschappelijke mobilisatie, gemeenschappelijke inspanningen, gemeenschappelijke doelen nodig.

De houding van de orthodoxe kerk ten opzichte van de moderne wereld is niet defensief: wij verwerpen de moderniteit en haar bijdrage aan de vooruitgang niet, noch beschouwen wij het als een bedreiging voor onze identiteit. Wij onderscheiden autonomie van afhankelijkheid, bescherming van individuele rechten tegen individualisme. Tegelijkertijd roepen wij de vertegenwoordigers van de moderniteit vurig op om de orthodoxie niet te vereenzelvigen met anti-modernisme, conservatisme, traditionalisme, orthodoxie en etnofyletisme, noch om de orthodoxie te associëren met de afwijzing van individuele rechten en individualisme en met het onvermogen om de seculiere ethiek en de seculiere staat te accepteren.

Bovenal merken we op dat binnen de orthodoxe traditie en theologie de rede (λόγος) en de vrijheid (ἐλευθερία) zeer gewaardeerd en gerespecteerd worden. We hebben nooit de rede opgeofferd aan een opperste autoriteit. We hebben evenmin de vrijheid en de synergie van de mensheid verworpen in naam van de zondigheid van de gevallen mens. Deze traditie wordt voortgezet door de kernwaarden van orthodoxie: persoonsgerichte ethiek, respect voor de menselijke waardigheid, vrede en verzoening, liefde en filantropie, de bescherming van het milieu, te steunen. Deze prachtige traditie komt duidelijk tot uiting in de documenten van het Heilige en Grote Concilie.

Het Oecumenisch Patriarchaat zet zich ook onwrikbaar in voor openheid. We gaan een interchristelijke, interreligieuze, interculturele dialoog aan met seculiere instellingen, met de hedendaagse filosofie en de moderne wetenschap. Als voorbeeld van onze activiteiten willen we in het bijzonder de nadruk leggen op onze gemeenschappelijke inzet met paus Franciscus in ecologische en sociale kwesties. De Kerk van Constantinopel staat alom bekend om haar milieu-initiatieven. Het Oecumenisch Patriarchaat was het eerste patriarchaat dat de spirituele en ethische dimensies van het ecologische probleem benadrukte, het belang van de bijdrage van de Kerk aan de aanpak ervan benadrukte, de ecologische dimensies van het eucharistische en ascetische ethos van de orthodoxie onder de aandacht bracht en manieren voorstelde om het natuurlijke milieu te beschermen.

Wij richten ons niet alleen tot de orthodoxe gelovigen, tot de christenen en de andere gelovigen, maar ook tot ieder mens van goede wil, waarbij wij ons vertrouwen uitspreken in de verantwoordelijkheid van ieder individu en vooral onze hoop op de positieve bijdrage van allen verbinden. Wij zijn van mening dat de nieuwe generatie – die een wereld voor ogen heeft die als een echt “huis” (οἶκος) voor de hele mensheid zal functioneren en die dit doel nastreeft – vooral geïnteresseerd is in onze boodschap, van groot belang is. Het leven van de Kerk zelf is respect in de daad en zorg voor de schepping in alle tastbare vormen, evenals de bron van haar ecologische acties. De bescherming van de natuur is een verlengstuk van alles wat in de Kerk wordt ervaren: het kerkelijk leven is toegepaste ecologie.

De werkelijke belangen van de mens worden alleen gediend binnen een onbeschadigde omgeving. Daarom beschouwen  wij de aanpak van de sociale problemen in de aanpak van de ecologische crisis als bijzonder belangrijk. Het is onze gemeenschappelijke overtuiging dat de huidige economische ontwikkelingen in het kader van de globalisering de sociale samenhang, de solidariteit en de algemene functie van de intermenselijke relaties vernietigen. Het is juist deze geest die de pauselijke encycliek “Laudato Si” (2015) en onze gemeenschappelijke boodschap met hem, op de Werelddag van gebed voor de schepping (1 september 2017), tot uitdrukking brengt. Van meet af aan hebben wij het idee ondersteund dat het dienen van onze medemensen, het behoud van de natuur, de milieurechtvaardigheid en de sociale rechtvaardigheid, onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Het is heel kenmerkend dat de rooms-katholieke Kerk begonnen is met de aanpak van sociale kwesties en in 2015 verder gaat op deze weg met de encycliek “Laudato Si”, die de ecologische kwestie centraal stelt, terwijl het Oecumenisch Patriarchaat, dat zich sinds 1989 bezig houdt met de zorg voor de natuur, zich vandaag ook bezig houdt met de strijd voor een cultuur van solidariteit, de bescherming van de heiligheid van de kindertijd, de hulp aan de vluchtelingen en initiatieven tegen de moderne slavernij. Daarom was het voor ons vanzelfsprekend en nuttig om elkaar op deze gemeenschappelijke weg te ontmoeten.

Door bilaterale dialogen en haar lange aanwezigheid in de Wereldraad van Kerken en de Conferentie van Europese Kerken heeft onze kerk ook een vruchtbare ontmoeting en samenwerking met de protestantse wereld. In het kader van deze dialoog wordt het idee van vrijheid in Christus, dat centraal staat in de theologie van Luther, beschouwd als een essentieel referentiepunt, met bijzondere nadruk op de relaties tussen de christelijke vrijheid en het moderne idee van een egocentrische vrijheid, dat wijd verspreid is in de huidige samenleving.

Deze moderne vrijheid heeft als basis het idee van de autonome menselijke persoon en uit zich in zelfbeschikking en zelfverwezenlijking. De Reformatie versterkte de positie van het individu: zonder de leer en het handelen van Luther zou de vrijheid van het individu niet de Magna Charta van Europa geworden zijn. In dit opzicht is Luthers’ begrip van vrijheid zeer belangrijk voor de dialoog tussen het christendom en de moderne wereld. Katholieken, orthodoxen en protestanten moeten deze dialoog met theologische ernst en zonder theologisch minimalisme bevorderen, met als onwrikbare doel een gemeenschappelijk christelijk getuigenis in de wereld.

Vandaag stellen we vast dat er in Europa een kloof is tussen de traditie van solidariteit en de mutatie van de samenleving in een gigantische markt. Zelfs kinderen worden via het onderwijs omgevormd tot consumentenspecialisten. Zoals terecht werd opgemerkt, is de term kindertijd in feite synoniem geworden van het aanzetten tot en het uitbuiten van vermeende behoeften en verlangens van de kinderen. Voor ons is Europa echter een groot experiment van solidariteit op een continent dat de afgelopen eeuw de twee bloedigste en vreselijkste oorlogen in de geschiedenis van de mensheid heeft meegemaakt. Europa is een project van vreedzame co-existentie, vrijheid, rechtvaardigheid en van respect voor de mensenrechten en het pluralisme. In deze context is Europa geen “Kopfgeburt”, dat wil zeggen een product van de geest, zoals het in het verleden door de beroemde socioloog Ralph Dahrendorf werd genoemd maar belichaamt het veeleer de hoge menselijke idealen en, zou je kunnen zeggen, een idealisme. Het is onmogelijk dat de Europese Unie alleen maar zou bestaan als een plan voor een uniform economisch beleid en ontwikkeling, gebaseerd op het principe van de “autonomie van de economie”.

Over de rol van het christendom in de opkomst van de mensenrechten bestaat er overeenstemming over de belangrijkste inbreng. De moderne mensenrechten veronderstellen een lange scholing van onze cultuur in het christendom en dragen haar stempel. Hun wortels liggen in de Bijbelse leer over de waardigheid van de menselijke persoon, geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God. De aanvankelijk negatieve houding van de Kerken tegen de mensenrechten was niet hoofdzakelijk gebaseerd op theologische criteria, maar op historische omstandigheden en wederzijdse vooroordelen.

In de Orthodoxe Kerk zijn wij er eveneens van overtuigd dat de bestaande spanning tussen de orthodoxe theologie en de moderne mensenrechten niet in de eerste plaats in “principes”, maar wel in historische context is geworteld. Het is bedroevend om vast te stellen dat sommige orthodoxe geleerden het discours over mensenrechten als een “geïmporteerde” discussie beschouwen, als een discussie die niet bekend zou zijn met de orthodoxe traditie. De Orthodoxe Kerk beschouwt de ondersteuning van de sociale inhoud van de mensenrechten als cruciaal. Toch ontslaat de accentuering van de sociale rechten ons niet van de bekommernis om de individuele rechten. De mensenrechten zijn ondeelbaar.

Wij benadrukken in het bijzonder dat de mensenrechten geen bedreiging vormen voor het pluralisme, zoals het postmodernisme beweert, maar veeleer de noodzakelijke voorwaarden waarborgen voor vrije culturele expressie en voor de eerbiediging van verschillen. Universaliteit betekent niet dat er sprake is van uniformiteit. In deze context behoort de vrijheid van godsdienst, die een constante zorg is van onze eigen kant, tot de kernwaarden van de Europese Unie. Het is een fundamenteel recht van de mens om vrijelijk zijn eigen identiteit te cultiveren.  Desondanks is pluralisme alleen creatief op basis van gemeenschappelijke kernwaarden. Anders kan het pluralisme zich ontwikkelen tot nihilisme, tot het postmoderne ideaal van “alles is mogelijk”. Dit is in feite de ontkenning van echt pluralisme, dat bedoeld is als een uitdrukking van vrijheid, of, zoals gesteld door Karl Popper: “het credo van het Westen”.

Natuurlijk is de Europese Unie niet uit het niets ontstaan; ze is gegrond  een lange traditie van waarden, strijd voor vrijheid en rechtvaardigheid en geloof in de waardigheid van de mens. Zonder deze wortels is het onmogelijk om zich als “Europa” te identificeren. Eén van deze wortels is ongetwijfeld het christendom dat de historische weg en de identiteit van Europa rechtstreeks verbindt met het christendom. Wij zijn ervan overtuigd dat het onmogelijk is de Europese cultuur te begrijpen en te beoordelen zonder te verwijzen naar haar christelijke wortels en haar christelijke verleden. De fundamentele waarden, ethiek, onderwijs (παιδεία), kunst, wetenschap, economie, de sociale en politieke organisatie van de Europeanen hebben een christelijke oorsprong. Het is onze vaste overtuiging dat christelijke kerken vandaag een bijdrage kunnen leveren aan deze cultuur en zo de Europese identiteit kunnen versterken. Wat betreft de bijzondere bijdrage die de Orthodoxe Kerk kan leveren, geloven wij dat dit verband houdt met de centrale sociale dimensie van vrijheid, die bescherming biedt tegen de omzetting van mensenrechten in eindeloos individualistische rechten. Onze eigen visie op Europa heeft een ethische en spirituele basis en oriëntatie.

Wij onderscheiden het concept van een technocratisch en economisch georiënteerd Europa -een Europa met als prioriteit de economie en het functioneren van de markt- van een Europa dat gebaseerd is op menselijke waardigheid, vrijheid en rechtvaardigheid. Het is heel kenmerkend dat deze beginselen naar voren komen wanneer de eenheid en de toekomst van Europa in het geding zijn.

Deze crisis stelt de fundamentele waarden van de Europese beschaving ter discussie. Het is onmogelijk om de huidige migratie- en vluchtelingencrisis aan te pakken met de waarden van een bureaucratisch, technocratisch en economisch gericht Europa. De oplossing moet gebaseerd zijn op de beginselen van de waarden van mensenrechten en solidariteit, die de bescherming van de menselijke waardigheid als kern hebben. De natuurlijke bondgenoten van de mensenrechten zijn de christelijke kerken die in staat zijn om de vraagstukken van immigratie en vluchtelingen resoluut aan te pakken, door een geest van solidariteit in te voeren en te cultiveren en door relevante initiatieven en tendensen in de politieke en sociale wereld te steunen die de bescherming van de menselijke waardigheid als doel hebben.

Voor ons wordt het humanistische niveau van een samenleving beoordeeld aan de hand van de zorg voor de behoeftige en lijdende mens in de samenleving. De steun aan onze medemensen in nood, onafhankelijk van sociale, politieke en economische perspectieven, vormt de kern van de christelijke ethiek, van het gebod van de liefde (Mt 22,37-39). Maar de ware gelovige die dit gebod werkelijk omarmt en toepast, zal niet alleen tevreden zijn met deze onmiddellijke hulp aan zijn naaste: hij zal de volgende stap zetten: strijden tegen de oorzaken van het onrecht en voor een samenleving ijveren waarin de menselijke waardigheid de hoogste waarde zal hebben.

We horen vaak dat de laatste twee eeuwen een tijd van strijd voor vrijheid en gelijkheid waren. Indien dit waar is, dan moet onze eeuw een tijdperk van broederschap en solidariteit worden. Wij zijn ervan overtuigd dat de toekomst van de mensheid verband houdt met de totstandbrenging van een cultuur van solidariteit. Enerzijds verwijst de term “solidariteit” naar de strijd voor sociale rechtvaardigheid, vrijheid en waardigheid en geeft hij op dynamische wijze uitdrukking aan de sociale en politieke dimensie van de term “broederschap” die geformuleerd is in het drieluik van de Franse Revolutie “Liberté – Égalité – Fraternité”. Maar dit “broederschap” draagt ook het idee uit van recht, sociale rechtvaardigheid en van de sociale inhoud van vrijheid als medevrijheid, voor het algemeen welzijn en als medeverantwoordelijkheid voor het gemeenschappelijke “οἶκος”. Anderzijds wijst solidariteit op de christelijke broederschap, op de onvoorwaardelijke liefde voor onze medemensen en op de ononderbroken band tussen de liefde voor God en de liefde voor de naaste. Op deze wijze houdt “solidariteit” de twee onwrikbare pijlers van het humanisme en de vrijheid samen: enerzijds rechtvaardigheid en anderzijds liefde.

Het optreden van de Kerk kan en wil de politiek niet vervangen. De Kerk kan alle initiatieven, tendensen en ontwikkelingen steunen die leiden tot een verbetering van de sociale normen, tot gerechtigheid en vrede, en bekritiseert alle antipersoonlijke krachten die de sociale cohesie en de solidariteit ondermijnen en de mens veranderen in een consument, ten koste van zijn medemensen en de natuur, en van het leven van toekomstige generaties. De ernstigste hedendaagse dreiging van solidariteit is het economisme, de vergoddelijking van markt en winst. De Kerk verwerpt het “economisch reductionisme”, dat de mens herleidt tot een homo economicus, het identificeren van “zijn” met “hebben”. De Kerk roept op tot het respecteren van de sociale parameters in de economie, die de basis vormen voor een leven in vrijheid en waardigheid.

De geschiedenis van de vrijheid begint niet met de geboorte van de moderne mensenrechten. In Europa en in de hele wereld, werd inderdaad binnen het christelijke kader, echte vrijheid beleefd en waargenomen. De kern van deze vrijheid is niet het opeisen van rechten, maar het afzien van individuele rechten omwille van de liefde, wat niet het belang van de mensenrechten vermindert, maar onze zorg voor de menselijke waardigheid en de grondrechten juist vergroot. In deze zin zijn christenen humanistischer dan de humanisten zelf, omdat de strijd voor de bescherming van de mens niet alleen een morele verplichting is, maar ook een gebod van een liefhebbende God.

Barysimanti-omilia-tou-Oikoumenikou-Patriarxou-sto-Eyropaiko-Kollegio

Bezoek van Z.A. de Oecumenische Patriarch Bartholomeos

aan het Europacollege te Brugge

DSC_1288-COLLAGE

Voor meer foto’s : KLIK HIER