Heilige oudvader Paisios

Feestdag 12 juli

 Een nieuwe Orthodoxe heilige: Vader Paisos van de Heilige Athos Berg werd gecanoniseerd door de Oecumenische Patriarch tijdens de bijeenkomst van de Heilige Synode op dinsdag 13 januari 2015. De Heilige Paisios was reeds als een heilige erkend door de gelovigen en het was slechts een kwestie van tijd voor hij zou gecanoniseerd worden.

 Arsenios Aznepidis werd geboren op 25 juli 1924 in Farasa, Cappadocië in Klein-Azië, kort voor de volkswisseling tussen Griekenland en Turkije na de Turks-Griekse oorlog van 1919 tot 1922. Hij ontving zijn naam van de heilige Arsenios van Cappadocië, die hem doopte, het kind zijn naam gaf en zijn toekomst als kloosterling voorspelde. Kort na zijn doopsel moesten de jonge Arsenios en zijn familie Klein-Azië verlaten als gevolg van het vredesakkoord van Lausanne. De heilige Arsenios leidde zijn volk op deze tocht van 600 km naar Griekenland. De familie Eznepidis settelde zich in Konitsa in Epirus in het noordwesten van Griekenland. Zoals hij voorspeld had, overleed de heilige Arsenios veertig dagen nadat zijn groep zich in Griekenland gevestigd had en liet hij hen als zijn spirituele erfgenaam de jonge Arsenios na. Arsenios groeide op in Konitsa en werd schrijnwerker na zijn middelbare school.

Paisios kl

Geronda Paisisos

Tijdens de burgeroorlog in Griekenland na de Tweede Wereldoorlog, diende Arsenios als radio operateur. Hij was zeer bezorgd voor zijn landgenoten en hun familie, maar niet bang voor zichzelf omdat hij alleenstaande was zonder kinderen. Hij werd opgemerkt voor zijn moed, zelfopoffering en morele rechtschapenheid. Na de burgeroorlog wou hij het klooster binnetreden, maar hij moest voor zijn zusters zorgen, die nog ongehuwd waren. Tegen 1950 had hij voor de toekomst van zijn zusters gezorgd en kon hij zijn monastieke roeping volgen.

 Hij kwam op de Athos Berg toe in 1950, eerst bij Vader Kyril, de toekomstige Abt van het Koutloumousiou Klooster en ging dan naar het Esphigmenou Klooster. In 1954 na vier jaar noviciaat, kreeg hij de monnik tonsuur en de naam Averkios. Hij was een gewetensvolle monnik, die het evenwicht wist te vinden tussen het volbrengen van zijn verplichtingen (wat contact met anderen inhield) en het bewaren van stilte, om te groeien in de kunst van het bidden. Hij was altijd bereid zijn broeders te helpen. Hij wou niet rusten als anderen nog aan het werk waren, ook al waren zijn eigen taken al volbracht, omdat hij zoveel van zijn broeders hield, zonder enig onderscheid. Bovenop zijn ascetische strijd en het gewone klossterleven, werd spiritueel verrijkt door het lezen van boeken die zijn ziel verheven. Hij las de levens van de heiligen en de ouderlingen, en vooral de Ascetische Homilieën van de Heilige Isaak van Syrië.

Kort na zijn tonsuur verliet monnik Averkios  Esphigmenou en vervoegde de broederschap van het Philotheou Klooster, waar zijn oom monnik was. Hij stelde zich onder de leiding van Ouderling Symeon, die hem de kleine zalving gaf en de naam Paisios. Vader Paisios leed erg onder de gedachte dat zijn eigen spirituele tekortkomingen en gebrek aan liefde de oorzaak waren van de tekortkomingen van zijn buren en van de ziekten der wereld. Hij beschuldigde zichzelf zeer streng en strafte zichzelf om zichzelf nog meer weg te cijferen en harder te bidden voor zijn ziel en voor de hele wereld. Hij nam ook de gewoonte aan om naar “een goede reden” te zoeken voor een mogelijke schandalige gebeurtenis en de daden der mensen. Op die manier behoedde hij zichzelf ervoor over anderen te oordelen. Wanneer pelgrims naar de Athos Berg bij hem kwamen en zeiden dat ze verrast waren door het eigenaardige gedrag en de verhalen die een bepaalde monnik had verteld en hem vroegen wat er mis was met die monnik, wees hij hen erop een ander niet te veroordelen. Hij zei dat die monnik in feite zeer vroom was en maar deed alsof hij gek was wanneer ern bezoekers kwamen om aldus de stilte te kunnen blijven bewaren.

 In 1958 werd aan Vader Paisios gevraagd wat tijd door te brengen in en rond zijn eigen gemeente om de gelovigen te steunen tegen de zieltjesjagerij van de Protestante groepen. Later, in 1962, bezocht hij Sinai, waar hij twee jaar verbleef. In die periode werd hij geliefd onder de Bedoeïenen, die spiritueel als materieel baat hadden bij zijn aanwezigheid. De Ouderling gebruikte het geld dat hij ontving van zijn uit hout gesneden beeldjes om voor hen voeding te kopen.

 In 1964 keerde hij terug naar de Athos Berg en nam zijn intrek in de Skete van Iviron alvorens te verhuizen naar Katounakia de meest zuidelijke uithoek van de Athos Berg waar hij een korte tijd in de woestijn verbleef. Zijn tanende gezondheid was waarschijnlijk voor een deel de reden van zijn vertrek uit de woestijn. In 1966 werd er een deel van zijn longen verwijderd. Het was tijdens deze hospitalisatieperiode dat zijn lange vriendschap met de zustergemeenschap van de heilige Johannes de Theoloog in Souroti, net buiten Thessaloniki, begon. Tijdens zijn operatie had hij veel bloed nodig en het was een groep novicen van het klooster dat bloed gaf om hem te redden. Vader Paisios was zeer dankbaar, en na zijn herstel, deed wat hij kon, zowel materieel als spiritueel, om hen te helpen bij de bouw van hun klooster.

 In 1968 verbleef hij in het klooster van Stavronikita waar hij zowel spiritueel als materieel hielp bij de renovatie. In die tijd kwam hij in contact met Ouderling Tikhon die in de Hermitage van het Heilig Kruis leefde, nabij Stavronikita. Vader Paisios bleef aan zijn zijde tot zijn overgang en diende hem onbaatzuchtig als een leerling. Het was in die periode dat de Ouderling Tikhon Vader Paisios hem kleedde met het Grote Schema. In overeenstemming met de wensen van de Ouderling, bleef Vader Paisios in de hermitage na zijn overlijden en woonde er tot 1979, wanneer hij naar zijn finale woonplaats trok op de Heilige Berg, de hermitage Panagouda, die toebehoort aan het Koutloumousiou Klooster.

 Het was in Panagouda dat Vader Paisios naam maakte als door God gedreven ouderling wat zieke en lijdende kinderen van God tot hem bracht. Hij ontving hen de hele dag door en wijdde de nacht aan God in gebed, waakzaam en spiritueel strijdend. Zijn regime van gebed en ascetisme gef hem slechts twee of drie uur nachtrust. De zelfverloochening waarmee hij God diende en zijn medemensen, zijn veeleisendheid voor zichzelf, de strengheid van zijn regime, en zijn gevoelige natuur maakten hem steeds meer vatbaar voor ziekte. Bovenop ademhalingsproblemen, kreeg hij later nog een ernstige hernia die zijn leven zeer pijnlijk maakte. Wanneer hij, om verschillende redenen, de Heilige Berg moest verlaten (ook vaak omwille van ziekte) ontving hij urenlang pelgrims in het vrouwenklosster te Souroti. De fysieke inspanning die dat met zich meebracht in zijn reeds verzwakte toestand bezorgde hem zoveel pijn dat hij er bleek van werd. Hij droeg zijn lijden met veel goedgunstigheid, in vertrouwen dat, aangezien God weet wat best is voor ons, het nu eenmaal zo moest zijn. Hij zei dat God erg geraakt is wanneer iemand die veel lijdt dit ondergaat zonder te klagen, maar verkiest zijn energie te gebruiken om te bidden voor anderen.

 Bovenop alle andere gezondheidsproblemen had hij ook nog bloedingen waardoor hij zeer verzwakt was. In zijn laatste weken voor hij de Heilige Berg verliet, verloor hij vaak het bewustzijn. Op 5 oktober 1993, verliet hij zijn geliefde Heilige Berg voor de laatste keer. Hij van plan slechts een paar dagen weg te gaan, maar in Thessaloniki werd bij hem kanker vastgesteld die meteen behandeld moest worden. Na de operatie bleef hij enige tijd om te herstellen in het hospitaal en werd dan overgebracht naar het klooster in Souroti. Ondanks zijn kritieke toestand ontving nog mensen, luisterde naar hun verhaal en troostte hen.

PaisiosVader Paisios hoopte na zijn operatie terug te keren naar de Heilige Berg, maar zijn falende gezondheid liet hem dit niet toe. Zijn laatste dagen leed hij veel pijn, maar kende ook de vreugde van de martelaren. Op 11 juli ontving hij de Heilige Communie voor de laatste maal. ’s Anderendaags gaf hij zijn ziel in Gods handen. Hij werd, zoals zijn wens was, begraven in het Klooster van de Heilige Johannes de Theoloog in Souroti. Vader Paisios wist het hart van het Griekse volk te veroveren, meer dan enig andere hedendaagse Ouderling. Veel van zijn boeken met raadgevingen werden uitgegeven, en het klooster te Souroti verrichtte een enorm werk door zijn geschriften en raadgevingen te organiseren en te bundelen in indrukwekkende volumes als een passende herinnering aan hem. Duizenden pelgrims bezoeken elk jaar zijn graftombe.

 God is wonderbaarlijk tussen Zijn Heiligen. Moge wij Zijn zegen ontvangen!

APOLYTIKION – H.PAISIOS

Uit Farasa afkomstig en de roem van de Athos, en de gelijkwaardige navolger van de monniken van eeuwen her. Gelovigen vereren wij Paisius, een vat dat overvloeit van gaven Gods. Hij beschermt bij alle leed en nood en hij helpt hen, die in geloof hem aanroepen. Eer aan Hem Die u bekranst heeft, eer aan Hem die door u voor alle genezing bewerkt.

©2015 Orthodoxe Parochie Brugge.
Top
Zoeken: